Praktische uitwerking van Persoonlijk Leren

Persoonlijk Leren heeft veel te maken met eigenaarschap, maar het is lastig gebleken dat naar voren te laten komen in de lessen. Met andere woorden, er wordt gezocht naar de juiste werkvormen binnen Persoonlijk Leren. Het is de bedoeling om zo samen elke dag een beetje beter te worden en te bouwen aan een onderwijs voor de toekomst! 

Persoonlijk Leren is een lastig begrip aangezien elk vak en docent haar eigen draai wilt geven aan Persoonlijk Leren. Uiteraard is er interpretatie voor eigen invulling van Persoonlijk Leren, maar de kern moet liggen bij de leerling. Wat maakt Persoonlijk Leren namelijk uniek, is het feit dat leerlingen zelf de baas zijn en daarin zelf hun onderwijs bepalen.  

Dit zijn mooie woorden, maar hoe valt dit nou uit te werken in de klaslokalen? Hieronder zullen een aantal kernonderwerpen staan die te maken hebben met Persoonlijk Leren én die toepasbaar zijn binnen uw onderwijs.

  • Differentiëren
  • Keuze
  • Tempo
  • Niveau
  • Vorm
  • Verbreding
  • Verdieping
  • Projecten
  • Formatief toetsen

 Een eenvoudig en bekend didactisch begrip dat bij Persoonlijk Leren en Eigenaarschap past is:  differentiëren. Dit kan op de volgende punten:

- Differentiatie naar instructie.
Bijvoorbeeld extra instructie geven aan een leerling die het nog niet begrijpt. De andere kinderen gaan gewoon aan het werk.
- Differentiatie naar leerstof.
Sommige leerlingen hoeven dan niet alle sommen te maken. De leerkracht selecteert weloverwogen in de hoeveelheid sommen.
- Differentiatie naar tempo/tijd.
De kinderen werken in eigen tempo een taak af. Een leerling mag dan wat langer doen over een opdracht dan de officiële tijd.

- Differentiatie naar (minimum-)doel.
Sommige leerlingen mogen bepaalde leerstofonderdelen overslaan. Dit komt veel voor bij het minimumpakket.
- Differentiatie naar extra zorg.
Een kind krijgt extra hulp van de leerkracht, de RT’er of de leerkracht van de zorgklas.
- Differentiatie naar toetsing.
Sommige leerlingen hoeven dan bij de repetitie alleen de eerste tien vragen te doen; de andere leerlingen maken de hele repetitie.
- Differentiatie naar beoordeling.
Bijvoorbeeld: een leerling krijgt bij 4 fout een 7, terwijl een andere leerling gewoon een 6 krijgt.

(van http://wij-leren.nl/differentiatie-uitleg.php, gedownload op 03 – 01 – 2017).

 

Differentiëren kost de docent meer voorbereiding dan een klassikale uitleg, maar het rendement is hoger. De leerlingen werken namelijk verder, daar waar zij zijn gebleven en gaan zich dus niet vervelen, of juist op hun tenen lopen.

 

 Het aanbieden keuze in uw onderwijs is ook een mogelijkheid om de leerlingen eigenaar te laten zijn. Dit onderwerp lijkt vrij eenvoudig, maar is tevens een discussiepunt. Wanneer er namelijk gesproken wordt over Persoonlijk Leren, worden de eindtermen bijna standaard erbij betrokken. Een angst van veel docenten is dat door de hoeveelheid vrijheid en eigenaarschap die de leerlingen krijgen, er niet goed genoeg aandacht wordt besteedt aan de eindtermen en onderwerpen. De vraag is echter, wat wilt u bereiken met uw vak? Leerlingen zouden ten alle tijden keuze moeten hebben binnen het onderwijs. Een aantal voorbeelden daarna staan hieronder uitgewerkt. De keuze die de leerling heeft, geeft de leerling namelijk direct zijn eigenaarschap. De leerling kan namelijk bepalen hoe, wat, welke manier, wanneer. Wanneer leerlingen deze dingen bepalen, wordt er alsnog genoeg aandacht besteedt aan de eindtermen, aangezien de vakvaardigheden aan bod zullen komen. Een andere manier om recht te doen aan de eindtermen is het bieden van keuze. Wanneer je namelijk een onderwerp verplicht, is er geen keuze. Een willekeurig voorbeeld is als volgt: “Kies een onderwerp uit het volgende lijstje!”

  • Voetbal
  • Handbal
  • Tennis
  • Eigen keuze, mits onderbouwd! 

Als docent laat u de keuze zo bij de leerling, terwijl u ook de ruimte geeft voor eigenaarschap en de leerlingen zelf het initiatief geeft met betrekking tot het hebben van een eigen keuze. In alle gevallen zullen de leerlingen bezig zijn met de vakvaardigheden en de kern van uw vak.

 

Een ander kernonderwerp binnen Persoonlijk Leren is tempo, en dan met name tempoverschillen tussen leerlingen. Wanneer er voldoende aandacht is besteedt aan het maken van de grid, houdt u automatisch rekening met het verschil in tempo. Leerlingen kunnen namelijk zien wat ze moeten doen en dit zelf in gaan plannen. Wanneer een leerling weet dat hij / zij moeite heeft met bijvoorbeeld Frans, zal hij / zij daar meer aandacht aan moeten besteden, terwijl een leerling die daar goed in is, snellere passen kan nemen. Met andere woorden, het tempo moet door de leerling bepaald kunnen worden.

Een ander voorbeeld hiervan is het aanbieden van verdiepingsmateriaal. Verdiepingsmateriaal wordt door leerlingen vaak gezien als straf, maar wanneer je de leerlingen zelf met een verdiepingsopdracht laat komen, lees keuzeopdracht van hierboven, zal deze opdracht met grotere motivatie worden uitgevoerd. 

 

Niveau is een gek iets, aangezien ‘wij’ als docenten leerlingen beoordelen op een bepaald niveau volgens een gemiddelde van de klas. Best gek niet? Als docent kun je proberen het anders te doen. De leerlingen kunnen een ‘goed’ vak inruilen voor een vak waar hij / zij meer moeite mee heeft.

 

De vorm waarin de leerlingen hun onderwijs volgen kan natuurlijk ook erg wisselen. Wanneer je kijkt naar een project, willen wij als docenten vaak een verslag als eindproduct zien, waarin dertig leerlingen ongeveer hetzelfde inleveren. Dit gaat veranderen binnen Persoonlijk Leren, aangezien de vorm een vrije keuze moet worden voor leerlingen. Wanneer leerlingen ontzettend vaardig zijn met hun computer, hun camera of tekenkunsten, wie zijn wij als docenten om ze daarin tegen te houden. Dit vraagt wat aanpassingen van ons als docent, aangezien een beoordelingsformulier de norm moet worden, waarin duidelijk aangegeven wordt waarde leerlingen op beoordeeld worden. Hoe de leerlingen deze beoordelingspunten laten terugkomen in hun vorm, is volledig in handen van de leerlingen.  De eerste vorm waar wij als docenten aan hebben moeten werken, is het gebruik van de iPad. Deze nieuwe vorm wordt nog niet altijd goed gebruikt, terwijl het apparaat zich er wel degelijk voor leent. Leerlingen kunnen elkaar interviewen, fotograferen maar ook Word bestanden typen, kortom, een veelzijdig apparaat waar wij als docenten meer gebruik van moeten maken.

 

De volgende onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn verbreding en verdieping.  Vaak stoppen docenten daar waar het boek ophoudt, aangezien dat de materie is die de leerlingen moeten kennen en daarmee voldaan wordt aan de eindtermen. Hier valt echter nog een grote winst te behalen aangezien er meer informatie beschikbaar is, daar waar het boek stopt. Verbreding heeft grotendeels te maken met een vooraf bepaald onderwerp / thema die wordt uitgehold. Leerlingen stoppen niet daar waar het boek of de docent stopt, maar krijgen of nemen de mogelijkheden om verder te gaan en meer te willen weten van het desbetreffende onderwerp / thema.

Verdieping daar in tegen kan onder de paraplu van een bepaald onderwerp of thema vallen, maar geen directe verwantschappen. Om een praktisch beeld te schetsen, geef ik even een voorbeeld met betrekking tot een willekeurig onderwerp: ‘Egypte’.

  • Aangeboden stof: Bestuur in Egypte& farao’s , Egyptische goden, Overstromingen van de Nijl en het dagelijkse leven in Egypte.
  • Verbreding:                 De rol van de vrouw in het dagelijkse leven, uitwerking van een specifieke god of farao, Invloed van de Nijl
  • Verdieping: De bouw van een piramide, het interieur van een piramide, de geheime gangen, de farao’s, films en de Egyptenaren.

Maak jouw eigen website met JouwWeb